Een avond over poëzie en actualiteit
Er broeit iets in de nieuwste Nederlandstalige poëzie. Van Alara Adilow tot Maarten van der Graaff en van Astrid Haerens tot Kira Wuck, ze zitten allemaal dicht op de huid van de actualiteit: ze schrijven over de klimaatcrisis, neoliberalisme, politiek, trans-zijn, mentale gezondheid, racisme, de gevaren van algoritmes – en vooral over het verlangen naar een betere, rechtvaardigere wereld en de honger naar een nieuwe taal. Wat willen deze dichters? Waarom kiezen ze juist voor poëzie om zichzelf uit te drukken? En wat voor nieuwe inzichten en ervaringen levert die poëzie op?
LETTERSOEP is een reeks maandelijkse, interdisciplinaire en interactieve gesprekken in VOX-POP in samenwerking met Gaston Franssen waarin studenten, onderzoekers, dichters en kunstenaars over die vragen met elkaar in gesprek gaan. Elke keer staat een recente poëziebundel centraal en een actueel thema. De bijeenkomsten zijn open en informeel, en er wordt een eenvoudige maaltijd geserveerd – inderdaad, lettersoep. LETTERSOEP brengt je alles wat je ooit wilde weten over poëzie, maar nooit durfde te vragen.
De aarde is stervende: de poolkappen smelten, de oceanen zijn vervuild, onze longen worden langzaam bruin van de luchtverontreiniging. Orkanen, bosbranden en andere natuurrampen vliegen ons om de oren. Meedogenloze dictators worden verkozen. Woede overheerst het maatschappelijk debat. Tegelijkertijd verliezen woorden hun rijkdom aan betekenissen, hun gelaagdheid sterft langzaamaan af en ons taalgevoel verschrompelt. Alles moet steeds sneller gaan, alles moet maximaal productief zijn, alles moet opbrengen, renderen, opleveren. In Xenomorf tekent Jens Meijen hiertegen verzet aan. Zijn gedichten doen een grote greep. De intelligentie en het taalplezier spatten van de pagina’s af. Woest, meerstemmig en hartstochtelijk gaat hij de strijd aan met eenzijdigheid en onverdraagzaamheid.
Mounir Samuel (1989) werkt op de scheidslijnen van politiek, klimaat, gender, media, taal, kunst en cultuur, religie en maatschappij. Hij beweegt sierlijk tussen verschillende werkvelden en weet de meest uiteenlopende disciplines met elkaar te verbinden. Zo is hij politicoloog, journalist, performance artiest, theatermaker en auteur van dertien boeken waaronder Jona zonder walvis: een profetie voor Nederland en Je mag ook niets meer zeggen: een nieuwe taal voor een nieuwe tijd (Uitgeverij Nieuw Amsterdam). Meer informatie: www.mounirsamuel.nl
Emma Zuiderveen combineert haar achtergrond in scheikunde en haar werk als milieuwetenschapper met poëzie en proza. Haar gedichten verschenen in verschillende literaire tijdschriften en werden opgenomen in de bundel Rondom Sonja Prins. Haar debuutroman verschijnt aankomend najaar bij Uitgeverij Prometheus. In haar teksten onderzoekt ze thema’s als eenzaamheid, lijfelijkheid en individuele en collectieve verantwoordelijkheid.
Marrigje Paijmans is universitair docent Nederlandse letterkunde en richt zich op de verbanden tussen historische en moderne literatuur vanuit een postkoloniaal en ecokritisch perspectief. Paijmans onderzoekt zeventiende-eeuwse literatuur met speicale aandacht voor landschap, ecologie en de Nederlandse cultuur in een globale context.
Gaston Franssen is hoogleraar Nederlandse letterkunde en intermedialiteit. Hij promoveerde in 2008 op de studie Gerrit Kouwenaar en de politiek van het lezen en hij schrijft regelmatig essays en kritieken over poëzie voor uiteenlopende bladen en platforms als DeReactorg.org en PlatformLeest.org.
Imogen Mills studeert Comparative Literature aan de UvA. In haar studie richt ze zich met name op dekolionale toekomstbeelden in Nederlandse en Engelse beeldende kunst en poëzie. Af en toe maakt ze uitstapjes naar thema’s over nationale identiteit en psychoanalyse. Vorig jaar maakte ze onderdeel uit van het studentenprogrammateam van VOX-POP. Daar werkte ze als programmamaker aan programma's en expo’s over burgerlijkheid, creativiteit en speculative futurism.